Agrifac: bij producten meer denken in cost drivers
Agrifac is een Nederlandse producent van landbouwwerktuigen, gespecialiseerd in veldspuiten en bietenrooiers. In totaal werken er zo’n 200 mensen, van wie circa 150 op het hoofdkantoor in Steenwijk. Agrifac exporteert zijn producten wereldwijd en heeft naast de hoofdvestiging in Steenwijk ook sales- en serviceorganisaties in het Verenigd Koninkrijk en Australië. Het bedrijf is onderdeel van het Franse Exel Industries. “Wij zijn koploper op het gebied van technologie en innovatie, denk daarbij onder andere aan NEED Farming: onze machines geven elk plantje precies wat het nodig heeft in plaats van volveldse behandelingen. Hiermee wordt het gebruik van middelen geoptimaliseerd”, vertelt Nick van Huffelen, Manager Procurement & Supply Chain bij Agrifac.
Hoge normeringen
Een belangrijke technologie in het kader van duurzaamheid bevindt zich in de zogeheten AirFlow- boom van de hoogwaardige spuitmachines. “Als je gaat spuiten terwijl het waait, heb je last van drift: het wegwaaien van het beschermingsmiddel in kwestie. Deze bomen beperken die drift tot een minimum.” Agrifac ontwikkelde het product ooit vanwege een klantspecifieke vraag, maar zag potentie voor verdere ontwikkeling. “Momenteel staat het nog aan het begin van zijn product life cycle en wordt het voornamelijk in Nederland verkocht, omdat we als een van de weinige landen ter wereld hele hoge normeringen voor drift hebben. Doorgaans worden dergelijke ontwikkelingen dan later internationaal overgenomen.”
Krachtige informatie
Om een goed beeld te krijgen van de productiekosten van het product, deed Agrifac een beroep op de cost engineering experts van Kloepfel Benelux. “Op dit moment ontbreekt het op onze afdelingen inkoop en R&D nog aan voldoende kennis. In het licht van de huidige materiaalschaarste en met name de daarmee gepaard gaande prijsontwikkelingen, willen we dat medewerkers meer in de breedte gaan denken in cost drivers. Op langere termijn moet het nadenken daarover in hun DNA komen te zitten”, stelt Van Huffelen. “Dat een inkoper in hoofdlijnen weet hoeveel materiaal er in een machineframe zit en daar gevoel bij heeft. Die informatie geeft kracht: als je bekend bent met de kosten voor lakwerk of lassen en een leverancier zegt dat het 2 procent duurder is geworden, dan kun je dat plaatsen. En als je weet dat er 100 uur werk in een lasconstructie zit en wat het uurtarief in Oost-Europa is, kun je bovendien vooraf al besparingsmogelijkheden berekenen.”
In detail discussiëren
Vanuit een eerdere werkgever had Van Huffelen al een vergelijkbaar project met Kloepfel gedaan. “Ik wist op voorhand wat zij konden betekenen qua cost engineering: een enorm gedetailleerde calculatie, met veel diepgang. De verwachting was dat er een verschil zou zijn met het huidige prijsniveau van de leverancier. En dat klopte ook, dus dan weet je dat het verschil als opening voor gesprek en discussie op tafel komt”, zegt hij. “Met zo’n calculatie heb je een goede onderbouwing, terwijl je het anders als inkoper op gevoel moet doen. Met andere woorden, dankzij die calculatie kunnen we in detail discussiëren met onze leverancier. In mijn ogen is dat overigens ook hoe het behoort te zijn, zeker als je streeft naar intensieve integratie met een toeleverancier in proces en ontwerp.”
Meer openheid
Om de cost engineering softwaretool van Kloepfel te gebruiken, moet de engineer in kwestie wel in staat zijn het product te beoordelen. “Daar moet ik de heren van Kloepfel credits voor geven: de deskundigheid is goed en ze leveren gedegen kwaliteit. Zij kunnen goed inschatten wat de beste productietechnologie voor het product is en bijvoorbeeld aangeven of je drie-asser of beter vijf-asser moet pakken, welke lasdeling je nodig hebt en of die nauwkeurigheid op die plek wel echt nodig is”, schetst Van Huffelen. “Die kennis heeft ons al wel wat gebracht. Onze leverancier realiseert zich dat hij open kaart moet spelen rondom de kostenopbouw. Dat is nog geen common sense in onze supply chain, die doorgaans huiverig is om dergelijke informatie te delen. Daar moet je eerst een vertrouwensband voor opbouwen.”